Economische vooruitzichten Nationale Bank: ‘Er is een extra begrotingsinspanning nodig’

Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank van België.
Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank van België. © Belga Image
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Belgische economie houdt zich kranig, maar met de begroting gaat het van kwaad naar erger. “Het begrotingstekort neemt verder toe, ondanks de besparingsmaatregelen van de federale regering. Er zijn extra inspanningen nodig”, zegt Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, bij de voorstelling van de voorjaarsvooruitzichten.

“Wat niet houdbaar is, is niet houdbaar. De Belgische begroting is bijzonder kwetsbaar en niet meer schokbestendig. Het begrotingstekort neemt verder toe bij een groei van 1 procent. In het geval van een stevige recessie stijgt het tekort naar 7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dan zullen de regeringen verplicht worden te saneren in moeilijke omstandigheden”, zei Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, bij de voorstelling van de voorjaarsvooruitzichten van de Nationale Bank. (lees verder onder de video)

De bank kon voor het eerst de impact van het regeerakkoord op de begroting analyseren. De conclusies zijn behoorlijk ontnuchterend. Het Belgische begrotingstekort, als de som van de tekorten van alle overheden, neemt verder toe, van 4 procent in 2023 tot 5,6 procent in 2027. Ook de schuldgraad stijgt verder. Tegen 2027 weegt de Belgische overheidsschuld 112,7 procent van het bbp, tegenover 104,7 procent in 2024. “Het is niet alleen de federale begroting die verder slagzij maakt. Ook de deelstaten en de lokale overheden dragen niet bij aan de inspanning. Dat maakt dat België een van slechtste begrotingsleerlingen in de Europese klas is”, zegt Pierre Wunsch.

Hogere defensie-uitgaven en interestlasten

De begrotingsinspanning van de regering-De Wever volstaan dus niet om het begrotingstekort te stabiliseren, laat staan te verbeteren. De onderliggende kwaal van de Belgische overheidsfinanciën is dat het begrotingstekort zich bij ongewijzigd beleid automatisch uitdiept, vooral onder impuls van de stijgende vergrijzingskosten. “Je moet dus al een grote inspanning leveren om het begrotingstekort louter te stabiliseren. Dat komt doordat er grote beloften zijn ingebouwd in onze sociale bescherming. Bij een economische groei van 1 procent gaat de begroting bij ongewijzigd beleid verder achteruit”, zegt Pierre Wunsch.

Daarnaast eisen ook de stijgende interestlasten en de hogere defensie-uitgaven hun tol. De rentelasten stijgen tegen 2027 met bijna 4 miljard euro. De extra defensie-uitgaven zorgen voor vergelijkbare extra kosten. De Nationale Bank houdt daarbij rekening met een verhoging van defensie-uitgaven tot 2 procent van het bbp. Op iets langere termijn zullen die uitgaven wellicht verder moeten worden verhoogd tot 3 à 3,5 procent van het bbp. “Maar er is nog geen structurele financiering van deze hogere defensie-uitgaven gevonden. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt”, zegt Pierre Wunsch.

Bij een economische groei van 1 procent gaat de begroting bij ongewijzigd beleid verder achteruit

Reken niet te veel op terugverdieneffecten

Langs de uitgavenkant zijn besparingsmaatregelen genomen die op kruissnelheid, of tegen 2027, ongeveer 1,3 procent van het bbp bedragen.  Het gaat bijvoorbeeld om het schrappen van de welvaartsenveloppe in de pensioenen en het beperken van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Die inspanningen worden echter voor de helft opgegeten door extra defensie-uitgaven, die met 0,6 procent van het bbp toenemen.

Langs de ontvangstenkant is het beleid ongeveer neutraal. De hogere belastingen op gezinnen, vooral als gevolg van de geplande meerwaardebelasting, en op vennootschappen wordt gecompenseerd door een verlaging van de sociale lasten voor de werkgevers. De regering rekent ook sterk op terugverdieneffecten om de begroting te stutten. “Maar er is een brede consensus dat die terugverdieneffecten lager zullen uitvallen dan de regering inschat”, zegt Pierre Wunsch.

Moeten de extra inspanningen via extra belastingen of via extra besparingen worden gevonden? De Nationale Bank moeit zich niet in die politieke discussie, maar stelt vast dat sinds 2019 de primaire overheidsuitgaven (de uitgaven voor interestlasten) met 2 procentpunt van het bbp gestegen zijn, terwijl de inkomsten ongeveer stabiel zijn gebleven rond 50 procent van het bbp. “Mochten de uitgaven op het niveau van 2019 gebleven zijn, dan zou de begroting er een stuk beter voor staan”, zegt Pierre Wunsch.

100.000 banen extra

De regeringen in dit land mogen van geluk spreken dat de economische groei relatief stand houdt, ondanks het agressieve handelsbeleid van de Amerikaanse president Trump en de bijhorende grote onzekerheid. “In het eerste kwartaal groeide de Belgische economie met 0,4 procent, of dubbel zoveel als gedacht. Vooral de gezinsbestedingen namen toe. Dankzij dat momentum verwachten we dit jaar een groei van 1 procent “, zegt Jana Jonckheere, econome van de Nationale Bank.

De impact op de Belgische economie van hogere Amerikaanse invoertarieven is dus beperkt, al is de eindafrekening uiteraard afhankelijk van de hoogte van de tarieven en de mogelijke vergeldingsmaatregelen van de Europese Unie.  Belangrijk voor België is dat de export naar de Verenigde Staten voor de helft bestaan uit farmaceutische producten, waarop voorlopig geen importheffingen gepland worden. “De negatieve impact op de groei van de handelsonzekerheid en de overheidsbesparingen wordt gecompenseerd door een expansief budgettair beleid in Duitsland en door de meevaller van lagere energieprijzen”, zegt Jana Jonckheere.

Nog een meevaller is de portie extra banen die de Nationale Bank verwacht de volgende jaren. In plaats van 90.000 extra banen in de periode 2025-2027, rekent de bank nu op 100.000 extra jobs. De arbeidsmarkthervormingen, met de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd als speerpunt, werpen dus vruchten af. De banen zullen ook vooral in de private sector gecreëerd worden, maar zegt Jana Jonckheere: “Het gaat grotendeels om jobs met een relatief lage productiviteit. De arbeidsproductiviteit zal dus minder snel toenemen. De werkloosheidsgraad blijft met 6 procent relatief laag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

OSZAR »